Uit een studie uitgevoerd door het Belgian Building Research Institution (BBRI) en de Universiteit van Antwerpen is gebleken dat de verwarmingscapaciteit bepaald volgens de norm EN12831-1 toch wat overschat wordt, en dus niet volledig overeenkomt met de capaciteit die in de realiteit nodig blijkt. Uit metingen van 50 cases bleek dat de overdimensionering gemiddeld tussen de 25 en de 100 procent ligt. De oorzaak hiervan is tweeledig. In eerste instantie houdt de norm rekening met het gelijktijdig optreden van alle randvoorwaarden van het worst case scenario, zoals laagste buitentemperatuur, hoge windsnelheid, hoge luchtdruk (en overeenkomstige infiltratieverliezen in het ganse beschermde volume), geen zonnewinsten en geen interne warmte opbrengsten. Terwijl dat in de werkelijkheid niet voorvalt. Ten tweede blijkt dat gebruikers hun gedrag aanpassen bij koude buitentemperaturen. Zo worden de ramen minder geopend en worden binnendeuren naar onverwarmde ruimtes meer gesloten gehouden.
Deze bevindingen kunnen gebruikt worden in de toekomst. Een correcte bepaling van de capaciteit wordt steeds belangrijker, zeker met het oog op toenemend gebruik van hernieuwbare energie.
(Samenvatting van artikel Buildwise)